RHD 2 / VHS 2

Begin december 2015 zijn vanuit diverse delen van het land meldingen binnengekomen over acute sterfte onder konijnen. Op grond van het ziektebeeld en de gegevens die daarover beschikbaar kwamen, ontstond al snel het vermoeden dat het hier ging om een uitbraak van VHD (Viral Hemorrhagic Disease), ook wel Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD) genoemd. Uit verder onderzoek is gebleken dat sprake is van een nieuwe variant van het virus, namelijk het RHD2-virus.

Virus

VHD is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus: het RHD-virus. Dit virus, dat zeer besmettelijk is, verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het virus kan tot ernstige ziekte en sterfte leiden bij konijnen (zie symptomen), maar is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.

Van het RHD-virus zijn twee varianten bekend: het RHD1- en het RHD2-virus. Het is belangrijk te weten welke virusvariant verantwoordelijk is voor een uitbraak/sterfgeval:

  • De vaccins die op dit moment in Nederland geregistreerd zijn, bieden geen bescherming tegen RHD2 (wél tegen RHD1).
  • De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip van besmetting en het overlijden van het konijn is bij een RHD2-infectie langer (gemiddeld 3-5 dagen) dan bij RHD1 het geval is. Het virus krijgt daardoor meer tijd om zich te verspreiden.

Symptomen

Een konijn dat geïnfecteerd is met de klassieke variant van het virus zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld 3-5 dagen. In beide gevallen zien we soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voordat het konijn overlijdt. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn.  Vaak is er echter niets te zien aan konijnen met deze ziekte totdat ze acuut ziek worden en vrijwel meteen daarna sterven.

Aantallen en verspreiding binnen Nederland

Na de eerste berichtgeving over de sterfte als gevolg van VHD door de nieuwe virusvariant zijn bij de faculteit Diergeneeskunde vanuit het gehele land dagelijks nieuwe berichten binnengekomen over verdachte gevallen (plotselinge sterfte onder konijnen). Het aantal gestorven konijnen varieerde daarbij per keer van 1 tot 30 dieren. Omdat deze gevallen niet verder onderzocht zijn en de acute sterfte ook door andere ziekten veroorzaakt kan worden, gaat het in deze gevallen om een verdenking en niet een bevestiging van VHD.
Op basis van de huidige gegevens met betrekking tot bevestigde gevallen lijkt het RHD2-virus zich geografisch over het hele land te hebben verspreid, waarbij sterfte als gevolg van deze virusvariant in ieder geval bevestigd is onder tamme én wilde konijnen uit de volgende provincies: Limburg, Gelderland, Groningen, Overijssel, Utrecht en Zuid-Holland. Verder zijn er op basis van microscopisch onderzoek bij overleden konijnen ook nog gevallen aangetoond in Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Holland. Recent zijn ook de eerste gevallen in België gemeld.

Meer exacte gegevens over het spreidingsgebied en aantallen slachtoffers van VHD zijn niet te geven, onder andere omdat er geen centrale registratie is van sterfte onder tamme en wilde konijnen én omdat overleden konijnen niet altijd worden onderzocht. Bovendien zullen veel dode wilde konijnen niet worden opgemerkt doordat konijnen in het wild deels ondergronds leven en daar dus ook kunnen sterven.

Verspreiding over Europa

In 2010 is de nieuwe virusvariant RHD2 voor het eerst vastgesteld in Frankrijk. Daarna heeft het zich langzaam over Europa verspreid. Behalve in Frankrijk komt RHD2 in elk geval ook voor in België, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Malta, Noorwegen, Zweden, Tunesië en het Verenigd Koninkrijk. Aan dat rijtje moet Nederland nu dus toegevoegd worden.
Naast konijnen kunnen ook hazen RHD2 oplopen. Voor zover bekend is in Nederland bij hazen geen besmetting gesignaleerd.

Behandeling en vaccinatie

Er is op dit moment geen behandeling voorhanden voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD-virus. Om te voorkomen dat een konijn ziek wordt van een besmetting met het RHD-virus, wordt geadviseerd om jaarlijks te vaccineren met een vaccin als bijvoorbeeld het Nobivac® Myxo-RHD-vaccin. Dit vaccin geeft een goede bescherming tegen myxomatose en de klassieke variant van het RHD-virus (RHD1). Het biedt echter géén bescherming tegen RHD2. In Nederland was tot voor kort nog geen vaccin tegen RHD2 beschikbaar, in tegenstelling tot sommige andere EU-landen. Daarom heeft de apotheek van de faculteit Diergeneeskunde contact gelegd met leveranciers in het buitenland. Met ingang van 4 januari 2016 distribueert de Apotheek Diergeneeskunde het vaccin onder de dierenartsen in Nederland.

Om welke vaccins gaat het?

In de EU zijn vier vaccins beschikbaar die bescherming bieden tegen RHD2: Filavac Variant® en Filavac RHD KC+V® uit Frankrijk en Novarfilap® en Cunipravac Variant® uit Spanje. Het vaccin dat wij importeren is Cunipravac Variant®. Voor een optimale bescherming van uw konijn wordt geadviseerd om het dier elk half jaar te vaccineren.

Wettelijke voorschriften

Als er een ziekte uitbreekt waarvoor in eigen land geen geregistreerd middel beschikbaar is, maar in andere landen wel, dan mag dit middel toch geïmporteerd worden. Momenteel wordt er gewerkt aan een Nederlandse registratie van Cunipravac Variant®. Naar verwachting is deze registratie eind augustus/begin september afgerond. Registratie van een geneesmiddel houdt onder andere in dat de werking en de veiligheid getest moeten zijn.

Na onze bestelling van Filavac RHD KC+V® was dit product bij de betreffende fabrikant uitverkocht. Het produceren en leveren van een nieuwe charge kost hen minimaal 6 weken. Omdat de verwachte leveringstermijn samenvalt met die voor de registratie van Cunipravac Variant®, is er besloten alleen nog maar dat laatste middel in te kopen. De wet schrijft namelijk voor dat als een geneesmiddel of vaccin geregistreerd is, wij alleen nog maar dat middel mogen leveren.

Vaccinatie tegen myxomatose en RHD1 blijft nodig

De nieuwe vaccins beschermen in de meeste gevallen alleen tegen het RHD2-virus. Om te beschermen tegen myxomatose en het RHD1-virus dienen konijnen daarom ook de reguliere inenting te ontvangen. Mocht uw konijn ook deze inenting nodig hebben, overleg dan met uw dierenarts welk schema het beste aangehouden kan worden om beide vaccinaties te geven.

Verspreiding beperken

Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.

Advies

De faculteit Diergeneeskunde adviseert de volgende maatregelen om verspreiding te beperken:

Voor particuliere eigenaren van konijnen die nog niet zijn gevaccineerd:

  • Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere Virkon-S® en natriumhypochloriet. Deze zijn te koop bij dierenspeciaalzaken, agrarische winkels etc. Uw dierenarts kan u hierover ook adviseren.
  • Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
  • Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
  • Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
  • Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
  • Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
  • Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
  • Treft u dode wilde konijnen aan? Meldt deze dan bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) via hun website.
  • Indien u acute sterfte heeft onder uw konijnen waarbij het vermoeden bestaat dat dit door VHD wordt veroorzaakt, kan een zogenaamde ‘noodvaccinatie’ overwogen worden. Uw dierenarts kan u hier verder over informeren.
  • Speciaal voor konijnenopvangadressen, kinderboerderijen etc.: het is aan te raden het ‘verkeer’ van konijnen te minimaliseren, tenzij er een goede quarantainevoorziening aanwezig is. Ieder nieuw konijn kan immers een risico inhouden.